noaberschap op het GWL-terrein

illustratie: SWB Bergen (L)

In het Leefbaarheidsoverleg-nieuwe-stijl wordt met buurtgenoten onder elkaar gesproken over de lusten en de lasten van het wonen in de ecowijk. Op initiatief van Marjo Kroeze stond tijdens het maartoverleg het thema ‘noaberschap’ op de agenda. Zeg maar sociale leefbaarheid.

Zeker vijftien GWL-ers waren afgekomen op dit unieke agendapunt van het Leefbaarheidsoverleg (LEBO), een goed gevulde Buurthuistafel. Samen probeerden de aanwezigen het begrip noaberschap te doorgronden. Hoe schrijf je het eigenlijk, ‘noaberschap’ of ‘naoberschap’? Het lijkt af te hangen van de streek. In Saksisch Nederland wordt het begrip vaak benoemd, maar de schrijfwijze verschilt dus in Drenthe, Twente, Salland en de Achterhoek. Meestal is noaberschap echt iets van het platteland; we vragen ons af of het ook in de stad van toepassing kan zijn. Op wikipedia wordt noaberschap omschreven als: “een sociale verhouding binnen een kleine, vaak boerengemeenschap. Noabers of buren staan elkaar met raad en daad bij indien dat nodig is. Het is een intensieve vorm van burenhulp, die onontbeerlijk is voor dorpen die niet kunnen rekenen op goede openbare voorzieningen”. De activiteiten bij noaberschap kunnen uiteenlopen van ondersteuning bij ziekte of overlijden tot het verzorgen van huisdieren of planten tijdens vakanties.

Geconstateerd wordt dat het GWL-terrein eigenlijk een dorp op zich is, binnen de anonieme stad. Op het terrein zijn al veel mensen samen met elkaar in de weer in groepjes als de schoffelgroep, de groengroep, de prikploeg, de buurttafel, de vrienden van de woongroep, de fruitbomengroep en noem maar op. Dat is eigenlijk een stukje noaberschap vanuit een gezamenlijke interesse. Een redelijk deel van de GWL-bewoners doet mee aan deze activiteiten, maar het valt wel op dat het vaak dezelfde mensen zijn. Daarnaast constateren we dat een deel van de bewoners helemaal geen behoefte heeft  aan meer sociale activiteiten op het terrein. Veel bewoners hebben een druk sociaal leven en kiezen voor het anonieme van de stad. Ook wordt opgemerkt dat er op het GWL-terrein best flinke verschillen zijn in de contacten die bewoners per blok met elkaar hebben. In sommige blokken of gangen wordt met grote regelmaat samen gekookt, geborreld of koffie gedronken. Er zijn blokken/gangen met een eigen nieuwsbrief. Bij de woongroep voor ouderen (blok 5) is wekelijks een koffie-ochtend, ook voor ‘vrienden van’. En in andere blokken op het terrein vindt tot dusverre niets gezamenlijks plaats.

In de discussie nemen we aan dat de behoefte aan noaberschap zal verschillen, maar dat de meeste bewoners open staan voor zorg naar elkaar. De vraag is dan hoe dit te organiseren. Het blijkt al heel eenvoudig te kunnen, bijvoorbeeld door het starten van een trap-app of blok-app, waarin bewoners met elkaar afspraken kunnen maken en zo nodig elkaar kunnen ondersteunen. Op het terrein bestaan al meerdere van dit soort simpele vormen van zorg naar elkaar. Het is zaak dat er per blok enkele mensen het initiatief voor een gezamenlijke actie nemen. Zo is er nu in de blokken van corporatie IJmere (14, 16 en 17) een bewonerscommissie in oprichting. Voor het organiseren van gezamenlijke bewonersactiviteiten blijken bij de gemeente overigens subsidies beschikbaar.

Ook het opzetten van een wekelijkse koffie-inloop in het Buurthuisje is een van de activiteiten om invulling te geven aan noaberschap. Een dergelijke inloop kan met name voor ouderen van betekenis zijn. De vraag is dan wie zo nu en dan gastvrouw of gastheer wil zijn en een wekelijkse bijklets-, spelletjes- en/of koffie-ochtend wil draaien. Als 4 of 5 bewoners deze rol op zich willen nemen kun je iets dergelijks organiseren zonder dat het veel tijd kost.

Heb je belangstelling voor het onderwerp ‘noaberschap’ op het GWL-terrein of heel concreet, vind je het leuk om gastheer/-vrouw te zijn voor een inloopochtend, stuur dan een mailtje naar Marjo Kroese.

overzicht
volgend artikel