buurBer ontmoet Hans Abbing

“Kom, loop eerst even met me mee, ik wil je wat laten zien”. Hans Abbing gaat me voor naar de gemeenschappelijke keuken van de woongroep Cimarron. Daar hangt een panoramafoto van een van de buurtfeesten van het GWL-terrein. Duidelijk herkenbaar zijn de watertoren, het windketelhuisje en blok 2.

Een paar bomen, en ik zie kinderen, vooral kinderen, wat zijn er veel kinderen in deze toen nog nieuwe woonwijk. En, wat ogen de volwassenen nog jong. Deze foto geeft een mooie impressie over hoe het leven in de loop van de tijd verandert. En er is direct veel gespreksstof. Druk pratend lopen we via een smalle gang en een trap naar de woonkamer van zijn appartement. Overal liggen boeken, er hangen litho’s, foto’s en schilderijen aan de muur, een grote volière staat in de hoek van de kamer. De kamer doet studentikoos aan en al is de bewoner bijna 77 jaar krijg ik de indruk: hier wordt geleefd door iemand met een jonge geest.

Hans is een van de eerste bewoners in de woongroep Cimarron in blok 2A van het GWL-terrein. De woongroep telt vijf zelfstandige woningen, heeft een gemeenschappelijke keuken op de begane grond met een gemeenschappelijke tuin die aan het plein grenst. Er wonen zeven volwassenen en één kind én Hans heeft een student op kamers.

Opgegroeid in Groningen en na een studie economie aldaar komt Hans voor de liefde naar Amsterdam. De liefde gaat voorbij maar Amsterdam blijft. Hans volgt een cursus tekenen en raakt in de ban van de kunsten. Hij wordt aangenomen op de Rietveld Academie, rondt deze af en werkt zeven jaar volledig als kunstenaar. Dan, op aanraden van een vriendin, combineert hij zijn artistieke met zijn wetenschappelijke kant en gaat hij lesgeven op de Erasmus universiteit in Rotterdam. Hij promoveert met het proefschrift “Why Artists are Poor”. Dit onderwerp staat dicht bij hem, het gaat onder meer over de autonomie van de kunstenaar, het gevoel tot een speciale groep te horen, het belangrijk vinden om je kunst uit te voeren en genoegen te nemen met een inkomen dat de kosten van het dagelijkse leven dekt zodat je je volledig op je kunst kunt richten. Hoe herkenbaar voor de meeste kunstenaars.

Twee banenperiode. Hans heeft wat hij noemt ’twee banen periodes’, hij wisselt periodes kunst af met periodes wetenschap. Nu begeleidt hij masterstudenten en heeft hij een periode van geen kunst.
Hans is bijna dagelijks te vinden in Bos en Lommer, hier heeft hij zijn atelier in een broedplaats -de voormalige Hendrick de Keijserschool- waar hij werkt aan zowel zijn kunst als zijn wetenschappelijk werk. Hij houdt van Bos en Lommer, de levendigheid, de multi-culturele omgeving, de gesprekken op een bankje in de straat waar je onverwachts zo maar iedereen kunt ontmoeten. Hij kan zich voorstellen dat -mocht het wonen op het GWL-terrein vanwege ouderdomsklachten niet meer zou lukken- Bos en Lommer een fijne nieuwe buurt kan worden.

Bij het GWL-terrein horen voor Hans onlosmakelijk het Westerpark en de Staatsliedenbuurt. De Pianist is een leuk café waar hij graag komt. Nee, jazz is niet zo zijn muziek, wel Electro, Techno en House. Tijdens het ADE (Amsterdam Dance Event) is de gashouder Westergas een favoriete uitgaansplek. Hij grinnikt: “hier ben ik dan een van de oudere liefhebbers”. Hij houdt ook van populaire muziek en Sing and Songwriter met interessante teksten. “Muziek is mijn liefde” zegt Hans en op Spotify, MTV, NPO2 extra vindt hij veel van zijn gading.

Het leven is niet altijd gemakkelijk, dit was ook voelbaar tijdens de Covid-periode. Hans worstelde met het oud zijn en er was minder structuur. Zijn werk geeft structuur en het contact met jonge mensen geeft iets speciaals aan zijn leven. Hans ziet op tegen de tijd dat hij te oud is om te werken. Hij filosofeert: “om gelukkig oud te worden moet je oud willen zijn”. Dit is nog een hele kunst.

De Panorama-foto’s uit het archief van Hans zijn waarschijnlijk uit 2002 / 2005 (voetbaltoernooi) / 2008 / 2011. Bekijk ze hier beter.

overzicht
volgend artikel