buurBer bezoekt ‘kind’ op GWL

“Dit is toch geen huis”, roept de vijfjarige Dana uit de grond van haar hart. Ze kijkt samen met haar ouders naar hun toekomstige woonplek op het GWL-terrein en haar kleuterogen zien een grote zandvlakte en een ’skelet van platen’ in plaats van de muren van hun toekomstige woning.

Na ruim dertig jaar én een hele wooncarrière woont Dana opnieuw op het GWL-terrein, nu samen met haar verloofde Guus. Graag hoor ik van haar hoe het voor haar is om zich hier opnieuw te settelen.
Dana heeft levendige herinneringen aan haar jeugd hier op het GWL. Aan die eerste keer wanneer ze gaan kijken hoe het met de bouw gesteld is. Aan de verhuizing van de drukke Frederik Hendrikstraat naar het GWL-terrein en natuurlijk aan de tijd daarna.

De verhuizing destijds is het begin van een nieuwe periode. Wát een heerlijke plek is dit. Er liggen nog nauwelijks tegels, de tuinen en bestrating zijn op dat moment voornamelijk zandhopen en het is autovrij. Er wonen veel kinderen en er komen er steeds meer bij. Kortom: dit is een enorme speelruimte met veel vriendjes en vriendinnetjes en het voelt vooral enorm veilig. Dana vertelt: “We woonden hier net toen ik voor de eerste keer ging buiten spelen. Daar zag ik een meisje op een rode driewieler fietsen. Dit bleek Julia, we werden direct vriendinnen en dit zijn we tot op de dag van vandaag nog steeds. Mijn school was buiten de wijk, maar na schooltijd was ik vooral ín de wijk te vinden. Hier was alles. Als je ging spelen belde je bij de andere kinderen aan en iedereen kwam. We voetbalden op het veldje en er waren regelmatig toernooien. Voorafgaand aan het wijkdiner van het buurtfeest was er een open podium voor ons (de kinderen) waar we dansten en zongen. Sint Maarten was echt héél groot, dan kwamen er ook veel kinderen vanuit andere buurten hier naartoe. En op Koninginnedag was het plein rondom het fonteintje vol met kleedjes en spulletjes die uiteindelijk van huis verwisselden”.

Eenmaal op de tienerleeftijd blijkt het wonen op het GWL terrein nog andere voordelen te hebben. Zo zijn de ideale bijbaantjes de altijd plenty oppasadressen -die dan ook nog eens heel praktisch dicht bij huis zijn- en de ijssalon op het Van Limburg Stirumplein als een leerzame en gezellige werkplek.
Na het Montessori Lyceum volgt er een tussenjaar waarna ze in Amsterdam geneeskunde gaat studeren. En, na een klein zetje van haar ouders, dat was even schrikken, is het tijd om op eigen benen te gaan staan. Dana huurt bij een vriendin in de Van der Hoopstraat een eigen etage. Na een poos verhuist ze naar de Marcantilaan, Willem de Zwijgerlaan en de Overtoom. Even woont ze samen met Guus in Landsmeer in een tuinhuis en wachtend op een eigen stek trekken ze enkele maanden in bij Dana’s ouders op het GWL-terrein. Dan horen ze dat er drie deuren verderop van haar ouders een woning vrij gaat komen. Dana twijfelt nog even, is dit nu haar gedroomde wooncarrière? Maar de woning, de centrale ligging, het autovrije, het vele groen, de rust, het Westerpark met cultuur en je ouders en veel vrienden dichtbij… hoe bijzonder is dit. Gelukkig gaat de koop door en zijn ze nu al maanden druk doende om tussen al hun werkzaamheden door het huis te verbouwen en eigen te maken.

Wat de verschillen van de wijk met vroeger zijn? Dana hoeft er niet lang over na te denken. Vroeger leek het GWL-terrein het einde van de wereld maar nu is het super centraal. We wonen bijna in het centrum in nog steeds een autovrije wijk met ruimte en veel speelgelegenheid voor kinderen. Ik kijk nu uit op het voetbalveldje waar ikzelf als kind zoveel gespeeld heb. Er is meer groen dan vroeger, er zijn minder kinderen en veel van de jonge ouders van toen zijn nu gebrild en hebben grijze haren. En met een diepe zucht zegt Dana: “ik zou mijn kinderen gunnen om op het GWL-terrein op te groeien”.

overzicht
volgend artikel